De puzzel van de traceerbare agrifoodketen

Geplaatst op: 2 december 2020

De reis van producten door de agrifoodketen lijkt op een legpuzzel. Er zijn duizenden losse stukjes informatie. Op zichzelf hebben die geen betekenis. Pas als je ze koppelt aan gerelateerde stukjes informatie, vormen ze samen één plaatje. Dat plaatje heb je nodig voor traceerbaarheid. “Veel bedrijven zijn op zoek naar systemen, terwijl de discussie moet gaan over de taal waarin we gegevens met elkaar uitwisselen.”

Puzzelstukjes uitwisselen in de hele keten

Twintig jaar geleden maakten we ons weinig zorgen over onvolledige of verwarrende stukjes informatie. Ondernemers bekommerden zich voornamelijk om hun eigen business en niemand vroeg om real-time snapshots van de keten. Tegenwoordig verruimen we onze blik naar de hele keten. Om klantloyaliteit en concurrentievoordeel op te bouwen en om processen te optimaliseren. De technologische vooruitgang gaat hard en de vraag vanuit consument en overheid rondom herkomst neemt toe. Transparantie over productiemethoden, duurzaamheid en due diligence worden steeds meer de norm. Ook een flexibele en veerkrachtige keten is belangrijk, zeker tijdens een pandemie. En last but not least, betere informatie-uitwisseling tussen ketenpartners leidt tot efficiëntie en kostenbesparing. 

Traceerbaarheid als must-have

In complexe meerlagige toeleveringsketens is traceerbaarheid een must-have. Het minimaliseert verstoringen in de supply chain, voorkomt kosten en verspilling en beschermt de reputatie van bedrijven en merken. Bij een probleem met de voedselveiligheid, zorgt een goed traceerbaarheidssysteem voor snelle identificatie van producten, waardoor een precieze, gerichte recall mogelijk wordt. Maar traceerbaarheid is complex: een bedrijf moet elke gebeurtenis rondom elk product, door de hele keten volgen. Te beginnen bij de bron, naar productie, verwerking, opslag, distributie en handel: je moet van alles registreren.

Grootste uitdaging: interoperabiliteit

Overal ter wereld werken bedrijven en overheid aan meer traceerbaarheid. Niet de technologie, maar het gebrek aan ‘interoperabiliteit’ is de grootste uitdaging: hoe werken partijen en systemen met elkaar samen en communiceren ze? Marcel Sieira, Chief Customer Officer van GS1 Australia, werpt zijn licht op dit vraagstuk: “Veel bedrijven zijn op zoek naar systemen, terwijl het eigenlijk moet gaan over de fundamentele vraag: in welke taal wisselen we gegevens met elkaar uit? Wil je end-to-end traceerbaarheid in de supply chain implementeren, en niet alleen traceerbaarheid binnen je eigen onderneming? Dan moet je data structureel in dezelfde standaarden vastleggen, opslaan en uitwisselen met ketenpartners. Je deelt dan informatie met verschillende klanten, leveranciers en dienstverleners, zowel in binnen- als buitenland, ongeacht de technologie die wordt gebruikt.”

Verschillende sectoren

“Die uitwisseling is pas effectief als het verschillende sectoren omvat. Zo zullen boeren of tuinders een traceerbaarheidssysteem ontwikkelen voor de agrifoodketen, maar ze leveren ook producten aan de farmaceutische industrie. Uiteindelijk moeten de vrachtgegevens van een boerderij bovendien worden geïntegreerd met logistieke dienstverleners. Dus de traceerbaarheidssystemen in de land- en tuinbouw, de gezondheidszorg en transport en logistiek moeten met elkaar kunnen praten.” 

Reis van de tomaat 

We bekijken de reis van de tomaat, een voorbeeld waaruit het belang van die gegevensuitwisseling blijkt. Die begint bij een teler, die zijn tomaten verpakt in 200 kartonnen dozen voorzien van een barcode met de vereiste informatie. Vervolgens haalt een onafhankelijk transportbedrijf de tomaten op en brengt de 200 dozen samen tot één pallet om aan een groothandel te leveren. Bij ontvangst slaat de groothandel de pallet op, maar later wordt deze opgedeeld in vier zendingen van verschillende afmetingen. Een onderaannemer haalt ze op en levert ze aan afzonderlijke retailers. Sieira legt uit wat deze reis door de tomatenketen betekent voor traceerbaarheid: “Neem die tomatenpallet. Die moet een identificatiecode hebben waaraan je informatie koppelt. Die code moet uniek zijn en door iedereen in de toeleveringsketen worden begrepen. Dus je hebt een standaard nodig. Je moet daarnaast vastleggen wat er allemaal in de supply chain gebeurt, op welke specifieke plek. Locatie is erg belangrijk voor traceerbaarheid. Daarnaast moet je weten welke bedrijven betrokken zijn, welke rol zij vervullen en welke handelingen ze verrichten.” 

Ketencommunicatie in één digi-taal 

Alleen al de verscheidenheid van partijen in de agrifoodwereld is een 3D-puzzel. Denk aan telers, importeurs, transportbedrijven (en hun onderaannemers), verwerkings- en productiebedrijven, verpakkers, magazijnen, groothandels, distributeurs, supermarkten, out-of-homebedrijven en maaltijdbezorgers als Thuisbezorgd of Deliveroo. Het wordt pas echt ingewikkeld, als al die partijen in een andere digi-taal communiceren. “Als je niet meteen over informatiestandaarden nadenkt, ontstaan er onvermijdelijk eilandjes en kunnen gebruikers van traceerbaarheidssytemen hun gegevens niet tot nauwelijks delen in de keten.” 

Gebeurtenissen in de supply chain 

“Op bepaalde punten in de keten komen producten samen. Bijvoorbeeld bij transport en logistiek: of je het nu hebt over een karkas van rundvlees, een pot augurken of een pallet aardbeien, al deze producent worden uiteindelijk vracht. Maar als ze aankomen bij de winkel, verdwijnen termen als ‘pallet’ en ‘container’. Dan komen de afzonderlijke eenheden weer tevoorschijn in de schappen. Daarom moeten retailers producten niet alleen als samengevoegde vrachteenheden bekijken, maar ook de gebeurtenissen eromheen volgen. Producten worden gecombineerd, gescheiden, omgeleid of misschien gebruikt om andere producten te maken. Elke gebeurtenis moet betekenisvol geregistreerd worden om te kunnen traceren. Wat bijvoorbeeld begint als een karkas van rundvlees, komt na meerdere gebeurtenissen in de supply chain terecht in verschillende supermarkten verpakt als biefstuk, worst of karbonades, of zelfs in andere producten, zoals de smaakstof in een pakje juspoeder.”

Consistent gebruik van datastandaarden 

Bedrijven uit de hele supply chain profiteren van uitwisselbare gegevens en traceerbaarheid tot aan de bron. Hiervoor moet de datastandaard die wordt gebruikt consistent zijn in de hele keten. Alleen dan kunnen de puzzelstukjes aan elkaar worden geklikt. Sieira besluit: “GS1-standaarden vormen de basis voor deze interoperabiliteit omdat ze technologie- en leverancierneutraal zijn en een gemeenschappelijk platform bieden waarop handelspartners over de hele wereld kunnen samenwerken om veilige, gecontroleerde producten te leveren.” 

Deel dit bericht op:

FreshUpstream-logo

Over Fresh Upstream

De stichting Fresh Upstream werkt aan één digi-taal in de internationale agroketen. Doel is een transparante keten voor handelspartners, overheid en consument: van kas tot kassa, van boerderij tot bord. Begrijpelijke en toegankelijke informatiestandaarden via GS1 staan daarbij centraal. Fresh Upstream is in 2018 opgericht door FNLI, GroentenFruit Huis, Frug I Com, CBL, Nevedi, LTO Nederland en GS1 Nederland.