Product met GS1-identificatie en data geeft keteninzicht
Geplaatst op: 9 november 2021
Of het nu een kunstknie, een kookplaat of een kant-en-klaarmaaltijd betreft, steeds vaker moet je van elk product de reis van A naar B kunnen vastleggen. Maar hoe zorg je voor die transparante digitale productreis? Je geeft je product de juiste identificatie mee en daaraan koppel je alle data die bij dat product horen. Mirjam Karmiggelt van GS1 legt uit wat de achtergrond en het nut van standaarden zijn voor de producent, de distributeur en de consument.
Met de digitale identiteit van een product is te achterhalen waar het vandaan komt, welke weg een product heeft gevolgd en welke ingrediënten het bevat. Volgens algemeen directeur Mirjam Karmiggelt van GS1 begon het gebruik van een standaard voor producten om de efficiency in de supply chain te verbeteren. De consument kwam later in beeld. Ook die blijkt steeds meer te willen weten over de afkomst van producten.
‘Het begon eigenlijk met de barcode aan de kassa. De toename van het aantal producten bezorgde menig supermarkteigenaar nachtmerries. Alle producten kregen handmatig een stickertje met de prijs. Voorraden bijhouden ging nog met de hand: gewoon tellen dus. Met de barcode automatiseerde dat proces. Het systeem was dus eerst om de prijzen te lezen, maar de logistiek speelde toen al snel mee. Dat kwam voort uit efficiëntievoordelen. De caissière in de supermarkt kon nu alle producten razendsnel de prijs scannen. Ook was helder welke producten van welke pallets kwamen’, zegt Karmiggelt.
Terug de keten in
‘Nu gaan we steeds verder terug in de keten.’ Wet- en regelgeving spelen volgens de algemeen directeur van GS1 een rol in de wens om het product te kunnen traceren, maar ook de consument wil er meer van weten. ‘Een product moet fysiek en digitaal hetzelfde zijn. De informatie over ingrediënten moet bijvoorbeeld kloppen als je het online bestelt.’
“Een product moet fysiek en digitaal hetzelfde zijn“
MIRJAM KARMIGGELT, ALGEMEEN DIRECTEUR GS1
Nog voordat ergens de zaadjes in de grond worden gestopt, start de reis voor voedselproducten al, want met welke middelen is de grond bewerkt? Veel voedingsproducten zijn complex van samenstelling. Basisingrediënten komen uit alle windstreken samen en aan de hand van productcode, batchnummer of locatiecode zou je kunnen bijhouden uit welke boomgaard, welke stal en welke fabriek in welk land een totaalproduct komt. ‘Informatie over al deze dingen vastleggen leidt tot transparantie, mits je wel dezelfde codes en standaarden gebruikt.’ In die uniformiteit komt de standaard GS1 in beeld.
Uitwisselen
Juist het uitwisselen van gegevens over producten maakt het praten in dezelfde taal noodzakelijk. ‘Je hoeft daarbij niet alles prijs te geven over je recept. Er zit een zekere gelaagdheid in het systeem. Zo kun je bijvoorbeeld met een certificaat aangeven hoe duurzaam de verpakking is zonder precies de samenstelling te geven. Bij de receptuur geldt hetzelfde. Je geeft aan te voldoen aan de wet- en regelgeving. Andere informatie gebruik je pas als dat echt nodig is, bijvoorbeeld bij een recall’, zegt Karmiggelt.
‘Boeren zijn gewend aan het vastleggen van productiegegevens. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research dat niet alles uniek gecodeerd is. Nazoeken op stal- of dierniveau kan niet altijd, zeker als het geen gesloten keten is. Een grote supermarkt gebruikt een gesloten blockchain voor eieren of kippenvlees, maar als de boeren aan meerdere partijen leveren, is uitwisselbare informatie nodig. Wat heb je eraan als je producten identificeert en data registreert en vastlegt, maar je kunt die informatie niet naar de volgende schakels in de keten brengen? Dat is waar wij met onze internationale standaarden om de hoek kijken’, legt de algemeen directeur van GS1 uit.
Partijen meekrijgen
‘Bij het ontwikkelen van de standaarden van GS1 zullen we de partijen mee moeten krijgen. Wij kunnen niets afdwingen. Eerder moeten we het hebben van het bijeenbrengen van partijen. Daar hoort ook het schetsen waar data-uitwisseling naartoe gaat bij om zo draagvlak te creëren voor de uitwisseling van data. Bijvoorbeeld welke eisen de overheid zal gaan stellen aan productadministratie en hoe we daar tijdig op in kunnen spelen’, benadrukt Karmiggelt.
‘GS1 is dus een organisatie voor bedrijven, met een bestuur en klanten. Wereldwijd gebruiken meer dan een miljoen bedrijven onze standaarden. We zijn internationaal actief. Juist bij agro & food is het internationaal. De wensen en eisen voor data-uitwisseling zullen alleen maar toenemen, dus juiste registratie is onontkoombaar. En een standaard waar alleen Nederland achter staat, heeft geen zin.’
Een appel uit de Betuwe kan overal terechtkomen, ook wat verder van de boom. ‘Dus moet iedereen, overal, de barcodes kunnen lezen.’ Voor GS1 is het van belang alle informatie uit de keten samen te brengen. Producten met meerdere barcodes voor verschillende doelen kunnen de verwarring alleen maar vergroten. Die warboel moet GS1 juist voorkomen. ‘De appelteler kan dezelfde standaard bij andere afnemers gebruiken. Het wordt pas complex, als je niet met dezelfde standaard werkt.’
Meer dan logistiek
Het volgen van een product, logistiek stroomlijnen en bij fouten producten kunnen traceren zijn van belang voor de producerende en distribuerende partijen. ‘Het gaat bij GS1 altijd om feitelijke verifieerbare informatie, nooit om waardeoordelen. Nu kun je de code behalve voor de logistiek ook gebruiken voor marketingdoeleinden. De producent geeft de consument die de code op een product scant, informatie over zijn product. Je wilt bijvoorbeeld niet een ellenlange ‘bijsluiter’ geven op de verpakking, maar zet dat op de eigen website. Of juist leuke receptsuggesties’, zegt de algemeen directeur van GS1.
De databehoefte zal alleen nog maar toenemen. Karmiggelt onderstreept graag de rol die GS1 kan spelen in de maatschappelijke vraag naar transparantie en naar duurzaamheid: ‘De consument wil weten hoe gezond het product is, hoeveel calorieën het bevat, of er allergenen in zitten en welke recepten te bereiden zijn met dit product. Een andere functie kan draaien om de duurzaamheid van het product. Hoe is de CO2-voetafdruk? Ook kan het inzicht in de data leiden tot minder verspilling. Het heeft enorme voordelen.’
Bron: https://smartfarming.nl/artikel/2021/09/15/product-met-gs1-identificatie-en-data-geeft-keteninzicht
Deel dit bericht op:
Over Fresh Upstream
De stichting Fresh Upstream werkt aan één digi-taal in de internationale agroketen. Doel is een transparante keten voor handelspartners, overheid en consument: van kas tot kassa, van boerderij tot bord. Begrijpelijke en toegankelijke informatiestandaarden via GS1 staan daarbij centraal. Fresh Upstream is in 2018 opgericht door FNLI, GroentenFruit Huis, Frug I Com, CBL, Nevedi, LTO Nederland en GS1 Nederland.