Nederlandse zoektocht naar wereldwijde ketentaal
Geplaatst op: 25 juli 2018
Fresh Upstream heeft als doel: uniforme data. Internationaal toegankelijk en begrijpelijk dataverkeer voor elke partij in de keten. Zoals Philip den Ouden over de start van Fresh Upstream zegt: “Er bestaan al zeer veel standaarden in de keten, maar het gebruik is zeer gefragmenteerd.”
Vers stroomopwaarts
Fresh Upstream als in ‘vers stroomopwaarts’, in de betekenis van ‘hoger de keten in’. De twee kartrekkers in het project zijn Philip den Ouden en Harrij Schmeitz. Philip den Ouden heeft de taak als voorzitter opgepakt nadat hij vorig jaar als directeur stopte bij de Nederlandse Federatie Levensmiddelenindustrie (FNLI) om met pensioen te gaan. Harrij Schmeitz is de programmamanager én ook al jaren programmamanager bij Frugi I Com, de belangenbehartiger voor de groente en fruitmarkt in Nederland. Het initiatief heeft de steun van het CBL, de FNLI, Frugicom, LTO Nederland en GS1 Nederland.
Fresh Upstream is de aanzet tot een dataplatform. Den Ouden komt met voorbeelden om die noodzaak te illustreren. De laatste jaren bleek bij grote incidenten in de voedingsketen de tracering veel trager en moeilijker dan wettelijk voorgeschreven. De EU schrijft voor dat die tracering maar maximaal vier uur mag zijn. In praktijk kost dat echter dagen.
Schmeitz verklaart zijn inzet als kartrekker als volgt: “Bij groente en fruit is het inmiddels best goed voor elkaar. Frugicom werkt al jaren aan de acceptatie en toepassing van internationale standaarden. Internationaal, omdat bijvoorbeeld mango’s en bananen niet in Nederland groeien. Maar die standaarden worden nog niet gebruikt voor vis, vlees en eieren. En dat zou wel moeten.”
Internationaal, omdat bijvoorbeeld mango’s en bananen niet in Nederland groeien
Nieuwe code voor alle versartikelen en -ketens of ‘gewoon’ de streepjescode?
Schmeitz: “Dat weten we nu niet. Misschien wordt het niet eens een nieuwe code. We streven vooral naar een veel bredere toepassing van wat er al is. We weten ook nog niet welke informatie over die ene tomaat, die ene biefstuk of die ene garnaal we straks moeten weten. We weten wél heel goed wat we van een partij in de markt zouden willen weten over de herkomst, via bijvoorbeeld een ‘batch-ID’. En aan de andere kant weten we ook nog niet wat we moeten met producten die binnen de keten een andere gedaante krijgen.”
De agf-sector is het uitgangspunt: in die sector groeit een tomaat, die wordt geplukt, die gaat naar een afnemer en uiteindelijk komt die tomaat in een supermarkt te liggen. Maar het is nog steeds een tomaat. Bij biefstuk gaat het om een rund. Het eerste bestaan daarvan is de geboorte van een kalf, met een moeder, in een stal, ergens… Het eindresultaat verschilt nogal van het begin. Die garnaal, die komt wellicht in een garnalensalade. Die complexiteit moeten we zien te vangen in die ene uniforme, ‘digitale taal’.
Om fasegewijs te werk te gaan, kijken we ook eerst naar versartikelen die qua gedaante hetzelfde blijven, zoals de tomaat. De andere komen naderhand pas.”
De échte reden om te starten? Voedselschandalen of de behoefte om kosten te verlagen?
Schmeitz: “Partijen in de keten hebben steeds meer behoefte aan informatie. Zo wil de vleesverwerker weten welk dierbehandelingsmiddelen gebruikt zijn en de groentehandelaar over de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen. Duurzaamheid, herkomst… allemaal informatie die ketenpartijen willen weten.” Den Ouden: “Bovendien, de overheid wil dit ook. Die heeft twee jaar terug in een rapport met de naam ‘reis door de keten‘ gezegd dat er geen spraakverwarring in de keten mag zijn én dat informatie altijd voor iedereen beschikbaar moet zijn.”
Heeft de consument hier ook om gevraagd? Den Ouden: “Dé consument bestaat niet en dat is hierbij zeer van toepassing. De ene consument wil precies weten hoe een varken geleefd heeft en hoe een vis gevangen is. Maar er zijn ook consumenten die daar nooit naar zullen vragen. Informatie beschikbaar en toegankelijk maken, daar gaat het om. En nog essentiëler: of je snel en adequaat openheid van zaken kan geven als dat nodig is.
Wanneer is die uniforme versartikeltaal er?
Den Ouden: “We zijn net gestart. We hebben ook geen deadline, dit vergt engelen geduld. Mocht er nu een groep mensen in de VS met iets soortgelijks bezig zijn en die zijn tien kilometer verder dan wij: prima! Dan zoeken we hen op en gaan we samenwerken. Niet voor niets is GS1 Nederland de grote sponsor van deze zoektocht.”
“We zijn eigenlijk impliciet vooral bezig met bewustwording. En concreet: we beginnen op drie terreinen met het verzamelen en rangschikken van masterdata. Over gewasbeschermingsmiddelen, over dierbehandelingsmiddelen, zoals medicatie of ontsmettingsmiddelen. En hopelijk ook over veevoeder.
En één internationaal bedrijfsidentificatiesysteem – een ‘GLN’, een global location number – dat zegt wie, waar en wat de veehouder of de teler is. We worden gesteund door bedrijven in onze sector, zoals Fruitmasters en Vion. We hopen veel ketenpartijen bij deze projecten te betrekken. Eerst inventariseren, vervolgens draagvlak creëren, dan verder richting kiezen. Verderop in dit jaar bepalen we met alle betrokken partijen wat de volgende stappen moeten zijn”
Lees het hele artikel in het juninummer van Foodmagazine
Bron: https://www.gs1.nl/nieuws/nieuws/2018/fresh-upstream-nederlandse-zoektocht-wereldwijde-ketentaal
Deel dit bericht op:
Over Fresh Upstream
De stichting Fresh Upstream werkt aan één digi-taal in de internationale agroketen. Doel is een transparante keten voor handelspartners, overheid en consument: van kas tot kassa, van boerderij tot bord. Begrijpelijke en toegankelijke informatiestandaarden via GS1 staan daarbij centraal. Fresh Upstream is in 2018 opgericht door FNLI, GroentenFruit Huis, Frug I Com, CBL, Nevedi, LTO Nederland en GS1 Nederland.