Oerwoud aan informatie moet ontgonnen worden
Geplaatst op: 16 januari 2019
Al eerder werd de conclusie getrokken dat de behoefte aan betere data-uitwisseling groot is. Het was het rapport ‘Reis door de Keten’ van de Alliantie Verduurzaming Voedsel en het ministerie van Economische Zaken dat aantoonde hoe groot de noodzaak is verder terug in de keten te gaan en hoe gering de organisatiegraad en hoe onoverzichtelijk de informatie-uitwisseling is. Fresh Upstream-voorzitter Philip den Ouden en sectormanager Jerry Tracey van GS1 vertellen hoe bureaucratische procedures en stapels documenten kunnen worden voorkomen en hoe je toch die noodzakelijke traceerbaarheid in de keten kunt realiseren.
Transparantie in de keten
Door steeds verder terug in de keten te gaan en data op dezelfde wijze te structureren en uit te wisselen wordt de transparantie in de keten versterkt. Het samenwerkingsplatform Fresh Upstream richt zich juist daarop: het gebruik van informatiestandaarden in de versketen te stimuleren.
Philip den Ouden, voorzitter Fresh Upstream: “Tussen fabrikant en retailer is de uitwisseling van productdata inmiddels redelijk op orde. Het is heel opmerkelijk dat het pad van die laatste honderd meter al prima geëffend is en die eerste negenhonderd meter nog een oerwoud is waar je je met een mes doorheen moet slaan. De behoefte aan goede data gaat namelijk veel verder dan alleen de samenwerking tussen supermarkt en fabrikant.”
Het is een logische stap als je een compleet beeld van de gehele keten wilt hebben
Jerry Tracey, sectormanager retail GS1 Nederland: “Het gaat erom dat we de internationale standaarden die aan het eind van de keten al gemeengoed zijn, in de hele supply chain gaan gebruiken. Dat maakt het mogelijk om die informatie efficiënt door de hele keten uit te wisselen. Het gaat dus in eerste instantie niet om allerlei technische platformen en faciliteiten, en ook niet om heel nieuwe standaarden te ontwikkelen, maar om de bestaande standaarden ook meer upstream in de keten te gaan gebruiken. Het is een logische stap als je een compleet beeld van de gehele keten wilt hebben.”
Eén gemeenschappelijke taal
Den Ouden: “We moeten ervoor zorgen dat we een gemeenschappelijke taal hebben. Informatie blijft zonder betekenis als de afzender een vorm hanteert die de ontvanger niet kan begrijpen. Vergelijk het met IP-adressen: als in het begin niet enkele mensen hadden afgesproken dat iedereen die op het internet is aangesloten een uniek IP-adres heeft, dan had internet nu niet gefunctioneerd.”
Als in het begin niet enkele mensen hadden afgesproken dat iedereen die op het internet is aangesloten een uniek IP-adres heeft, dan had internet nu niet gefunctioneerd
“Zo hebben wij een GLN nodig (Global Location Number), een uniek locatienummer voor een boer, een stal, een silo, een bietenveld; met één systeem weten we nu precies wie waar in de keten zit. Het is condicio sine qua non voor optimale traceerbaarheid in de keten. Daar moeten we mee beginnen. Want het zijn complexe ketens. Maar als je zorgt dat alle draadjes op elkaar kunnen aansluiten, hou je grip. Het gaat dus niet alleen over de boer, maar ook over het veevoer en over de plek waar het veevoer vandaan komt. Niet alleen over de tuinder, maar ook over de gewasbeschermingsmiddelen die hij gebruikt en de zaden die hij inkoopt.”
“Met name de GS1 standaarden, het gebruik van GLN als unieke identifier en het spreken van een en dezelfde taal is essentieel”, vult Tracey aan. “Wanneer een producent informatie van zijn leveranciers geleverd krijgt in telkens net andere termen, indelingen en codes, dan wordt het heel lastig voor hem om die data te verwerken; je kunt het dan heel moeilijk gaan optellen en aftrekken en er zinnige informatie van maken. De juiste classificatie, definitie en indelingen zijn essentieel om de benodigde informatie niet verloren te laten gaan. Die standaardisering is juist datgene waar GS1 al heel lang goed in is.”
Orde in het oerwoud aan informatie
Tegelijk wil Tracey benadrukken dat er in dat onontgonnen oerwoud al wel heel veel informatie beschikbaar is en al veel wordt uitgewisseld, maar dat het vaak gaat om verschillende definities, andere formuleringen en andere codes.
Den Ouden wijst op de wettelijke regels voor het gebruik van producten. “Al die informatie ligt op verschillende plaatsen en op verschillende wijzen opgeslagen. Voor de bedrijfsvoering van een teler of veehouder zal het veel makkelijker worden om die informatie te raadplegen en vervolgens vast te leggen in zijn eigen systemen. Datzelfde geldt voor alle andere informatie, tot aan ethische aspecten over dierenwelzijn of kinderarbeid.”
“Het zijn veelal relatief gesloten systemen, die niet makkelijk op andere systemen aansluiten. En onze missie is eigenlijk best makkelijk, omdat heel veel partijen in de keten al inzien hoe fantastisch het zou zijn als we allemaal dezelfde digitaal zouden spreken, om veel makkelijker elkaars informatie te gebruiken.”
Snellere recalls, betere voedselveiligheid
Traceerbaarheid en transparantie zijn essentieel voor de voedselveiligheid. Bij calamiteiten moet snel kunnen worden achterhaald welk traject een product heeft afgelegd.
Den Ouden: “Uiteindelijk is het ook voor de voedselveiligheid in de keten van belang dat we de informatiestroom nog beter organiseren dan we nu al doen. En nee, honderd procent voedselveiligheid kunnen we niet garanderen, maar we moeten het wel maximeren. In geval van een incident geldt: hoe sneller je een recall kunt organiseren, hoe lager de kosten zijn.”
2019: GS1 classificatie
Tracey: “Op de kortere termijn willen we de GS1-classificatie gaan inzetten voor de masterdata van gewasbeschermingsmiddelen, dierbehandelingsmiddelen en veevoer, en het gebruik van de GLN in de hele keten stimuleren. In eerste instantie gaat het om de locatie en masterdata van drie grote materiaalgroepen. Dat willen we in 2019 voor elkaar zien te krijgen.”
Den Ouden: “Dat is een eerste belangrijke stap. Als we dat voor elkaar hebben, kunnen we van daaruit verdere stappen zetten met meer informatie en verder in de keten.”
Voor het volledige interview verwijzen we naar Foodmagazine
bron: https://www.gs1.nl/nieuws/nieuws/2019/fresh-upstream-oerwoud-informatie-moet-ontgonnen-worden
Deel dit bericht op:
Over Fresh Upstream
De stichting Fresh Upstream werkt aan één digi-taal in de internationale agroketen. Doel is een transparante keten voor handelspartners, overheid en consument: van kas tot kassa, van boerderij tot bord. Begrijpelijke en toegankelijke informatiestandaarden via GS1 staan daarbij centraal. Fresh Upstream is in 2018 opgericht door FNLI, GroentenFruit Huis, Frug I Com, CBL, Nevedi, LTO Nederland en GS1 Nederland.